Enige tijd geleden schreef mijn collega Hans Kӧvi over het principe ‘Flipping the classroom’. Ik zie veel overeenkomsten tussen Flipping the classroom en blended learning. In deze blogpost maak ik dan ook de vergelijking tussen beide werkvormen.
Exit klassikale overdracht
Aan de kant van het ‘bedrijfsopleiden’ is blended learning inmiddels gemeengoed geworden. We bieden kenniscomponenten aan via e-learning, waarna cursisten tijdens een bijeenkomst het toepassen en de vaardigheden trainen. Het principe van ‘Flipping the classroom’ doet ditzelfde voor leerlingen in een onderwijssituatie. Video en andere vormen van online instructie vervangen daarbij de klassikale kennisoverdracht (Kennisnet – flipping the classroom).
Blended learning
‘Flipping the classroom’ heeft veel weg van wat wij blended learning noemen. Blended learning combineert de kracht van online leren met een klassikale sessie waarin cursisten actief (rollenspel, opdrachten, cases, discussies, etc.) met het onderwerp werken. Dit is interessant voor het bedrijfsleven, omdat het de niet-productieve uren reduceert ten opzichte van een traditionele, volledig klassikale cursus; de online kenniscomponent volgt de cursist veelal thuis. Zie onderstaande video ter illustratie:
Efficiënter opleiden
Voor het onderwijs biedt de tijdsbesparing in de les bij Flipping the classroom juist de mogelijkheid actief bezig te zijn met leerlingen. Docenten hebben zo meer ruimte voor individuele aandacht, persoonlijke ontwikkeling en activerende didactiek. In mijn beleving een zeer positieve ontwikkeling voor het onderwijs.
Met de introductie van blended learning in veel commerciële opleidingsprogramma’s, heeft het bedrijfsleven de slag van Flipping the classroom al gemaakt. Zowel in het onderwijs als in het bedrijfsleven leidt Flipping the classroom tot efficiënter opleiden. In het bedrijfsleven wordt dat vertaald naar minder niet-productieve uren en in het onderwijs is er meer ruimte voor de écht belangrijke aspecten van lesgeven.
